Op de ministerraad van 22 december 2017 besloot de Vlaamse Regering haar principiële goedkeuring te hechten aan het voorontwerp van decreet over de rationalisering van fiscale gunstmaatregelen. Het betreft een aantal rationaliseringsmaatregelen in verschillende domeinen met het oog op de aanpassing van fiscale gunstmaatregelen op basis van hun effectiviteit en hun maatschappelijke noodzaak.

Een bijzondere gunstmaatregel hecht daarbij aandacht aan de leegstand in de winkelstraten. Wie een winkel ombouwt tot woning of boven een winkel gaat wonen, krijgt voortaan een vrijstelling van onroerende voorheffing voor vijf jaar. Het voorontwerp van decreet beoogt namelijk om de vrijstelling die reeds is voorzien in artikel 2.1.6.0.2. van de Vlaamse Codex Fiscaliteit (VCF) aanzienlijk uit te breiden. Deze bepaling voorziet nu in een vrijstelling voor de ombouw van een winkelpand tot woning, maar wordt echter omwille van haar stringente voorwaarden (onder meer de vereiste dat 50% van de vloeroppervlakte moet worden gebruikt voor kleinhandel) weinig gebruikt. De hervormde bepaling zou luiden als volgt:

“Art. 2.1.6.0.2. Op aanvraag van de belastingschuldige wordt ook een vrijstelling van de onroerende voorheffing verleend voor het kadastraal inkomen van:

1° de onroerende goederen die zijn gebruikt om een kleinhandelsactiviteit uit te oefenen, die in een winkelarm gebied liggen en die op grond van een geldige omgevingsvergunning verbouwd worden tot een of meerdere woningen;

2° de onroerende goederen waarvan minstens de benedenverdieping wordt gebruikt om een kleinhandelsactiviteit uit te oefenen, die in een kernwinkelgebied liggen en waarvan een of meer verdiepingen boven de kleinhandelsactiviteit op grond van een geldige omgevingsvergunning verbouwd worden tot een of meer woningen;

3° de onroerende goederen waar sloopwerkzaamheden, gevolgd door vervangbouw, worden uitgevoerd en die voorafgaand aan de sloopwerkzaamheden opgenomen zijn in een van de volgende inventarissen:

a) de inventaris van ongeschikte of onbewoonbare woningen, vermeld in artikel 26, §1, van het decreet van 22 december 1995;

b) de inventaris van leegstaande of verwaarloosde bedrijfsruimten, vermeld in artikel 3, §1, van het decreet van 19 april 1995;

In het eerste lid wordt verstaan onder:

1° kernwinkelgebied: een kernwinkelgebied als vermeld in artikel 2, 3°, van het decreet van 15 juli 2016 betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid;

2° kleinhandelsactiviteit: de categorieën van kleinshandelsactiviteit, vermeld in artikel 3 van het voormelde decreet;

3° winkelarm gebied: een winkelarm gebied als vermeld in artikel 2, 8°, van het voormelde decreet.

De vrijstellingen, vermeld in het eerste lid, worden verleend voor een periode van vijf jaar.

De vrijstellingen, vermeld in het eerste lid, 1° en 2°, worden verleend vanaf het aanslagjaar dat volgt op het jaar van de effectieve bewoning die blijkt uit de inschrijving in het bevolkings- of vreemdelingenregister binnen vijf jaar na de voorlopige oplevering van de ombouwwerken.

De vrijstelling, vermeld in het eerste lid, 2°, wordt verleend voor het gedeelte dat is bestemd voor huisvesting.

De vrijstelling, vermeld in het eerste lid, 3°, wordt verleend vanaf het aanslagjaar dat volgt op het jaar dat het onroerend goed niet meer voorkomt in de inventaris en wordt in voorkomend geval beperkt tot het gedeelte van het bedrag van de belasting dat, inclusief de provinciale en gemeentelijke opcentiemen, per woning niet hoger is dan 1.000 euro of per bedrijfsruimte niet hoger is dan 4.000 euro.

De vrijstellingen, vermeld in het eerste lid, zijn overdraagbaar op de rechtsopvolger.

De Vlaamse Regering kan de nadere regels voor de aanvraag van de vrijstellingen bepalen.”.

In het verlengde van het nieuwe decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid wordt er wel vereist dat het pand ligt in een kernwinkelgebied of een winkelarm gebied. Baanwinkels worden uitgesloten van het toepassingsgebied. Indien het onroerend goed gelegen is in een winkelarm gebied, geldt de vrijstelling volgens de memorie van toelichting slechts voor een ombouw tot één of meerdere woningen. Voor de onroerende goederen gelegen in een kernwinkelgebied kan een vrijstelling worden toegekend voor de bovenverdiepingen (of gedeelten hiervan) van een onroerend goed die worden omgebouwd tot woning en waarbij het gelijkvloers behouden blijft als (actief) handelspand. Wees wel, voor de verbouwingswerken is telkens een omgevingsvergunning vereist.

Opgemerkt moet worden dat deze regeling nog niet in werking is en nog een hele weg dient af te leggen. Dit voorontwerp van decreet wordt momenteel voorgelegd aan diverse adviesraden (SERV, MORA, Minaraad, SARO, de Vlaamse Woonraad, SALV). Daarna wordt het advies ingewonnen van de Raad van State. In een verder stadium wordt het definitieve voorontwerp dan voorgelegd aan het Vlaams Parlement welke uiteindelijk haar goedkeuring zal moeten verlenen.

Voor meer informatie hierover, kan U steeds terecht bij Equator advocaten.