Op 3 mei 2019 werd het Decreet houdende de gemeentewegen bekrachtigd en afgekondigd. Dit decreet, dat een belangrijke hervorming van de (gemeentelijke) wegen doorvoert, werd op 12 augustus 2019 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.

 

Een van de belangrijkste wijzigingen die het gemeentewegendecreet doorvoert, behoudens de afschaffing van het onderscheid tussen de gemeente- en buurtwegen, is  de creatie van een georganiseerd administratief beroep tegen de beslissing van de gemeenteraad omtrent de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen. Dit houdt in dat niet meer rechtstreeks naar de Raad van State kan worden gegaan en eerst deze beroepsprocedure zal moeten worden uitgeput voorafgaand aan een vernietigingsprocedure voor de Raad. De bevoegdheid van de gemeenteraad hierover, die overigens heden wordt geëxpliciteerd (art. 8 gemeentewegendecreet), geeft aanleiding tot bijzondere situaties in het kader van vergunningsaanvragen.

 

De gemeenteraad heeft namelijk, voor zover een omgevingsvergunningsaanvraag wegeniswerken omvat, enigszins het laatste woord. Een vergunning kan, door het college van burgemeester en schepenen, niet worden verleend voor zover een perceel niet is gelegen aan een voldoende uitgeruste weg. Of een perceel echter gelegen is (of beter: zal zijn) aan een voldoende uitgeruste weg is een beslissing die wordt genomen door de gemeenteraad. Keurt de gemeenteraad het nieuwe (of gewijzigde) wegtracé niet goed, kan het college van burgemeester en schepenen niet anders dan de aangevraagde vergunning te weigeren.

 

Op dit principiële ‘laatste woord’ van de gemeente, wordt dus nu een toezicht voorzien. Binnen een termijn van 30 dagen na de betekening of de aanplakking van de beslissing van de gemeenteraad kan tegen die beslissing een beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering, die overigens enkel bevoegd is om de beslissing van de gemeenteraad te vernietigen. De Vlaamse Minister mag niet beslissen tot goedkeuring of weigering van het wegtracé, maar controleert daarentegen enkel de wettigheid van de gemeenteraadsbeslissing. Tegen de beslissing van de Vlaamse Minister zal overigens nog een vernietigingsprocedure open staan bij de Raad van State.

 

Voor de praktijk is hierbij nog een belangrijk aandachtspunt. Voor zolang de Vlaamse Minister (nog) niet beslist zou hebben over het beroep tegen de gemeenteraadsbeslissing, is de termijn waarbinnen de Deputatie of de Vlaams Minister over een administratief beroep tegen een vergunningsbeslissing moet beslissen, opgeschort. De Vlaams Minister beschikt in het eerste geval over een maximale termijn van 90 dagen.

 

Gemeenten zullen tot slot ook onder druk kunnen komen te staan. In zoverre namelijk een vergunningverlenende overheid niet tijdig zou kunnen beslissen, doordat de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen over het (nieuwe of gewijzigde) wegtracé, is de gemeente van rechtswege aan de vergunningsaanvrager een éénmalige vergoeding van 5.000 EUR verschuldigd.

 

Het gemeentewegendecreet, en de aangebrachte wijzigingen, treden in werking op 1 september 2019.

 

Voor meer informatie kan u terecht bij Equator Advocaten.