De ministerraad keurde op 3 juni 2016 het voorontwerp van wet tot wijziging van de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten goed.

Het voorontwerp van wet past de bepalingen aan van de wet van 17 juni 2013 en dit ten gevolge van de omzetting van de drie Europese richtlijnen inzake overheidsopdrachten en concessies. Het voorontwerp van wet wordt nu voor advies aan de Raad van State voorgelegd.

De belangrijkste nieuwigheden* die worden voorgesteld zijn:
• het toepassingsgebied van titel II van de rechtsbeschermingswet wordt uitgebreid tot concessies
• de wet wordt aangepast aan de terminologie van de Europese richtlijnen over overheidsopdrachten en concessies
• een nieuwe mededelingsplicht over de informatie over het verloop en de vooruitgang van de onderhandelingen en van de dialoog wordt opgenomen
• de regels voor de mededeling van de gemotiveerde beslissingen over selectie, gunning en niet-plaatsing worden geüniformiseerd

Zo moeten de gemotiveerde beslissingen voortaan per fax, e-mail of via de elektronische platformen dezelfde dag per aangetekende zending worden meegedeeld.

Het voorontwerp legt ook de nadruk op de elektronische platformen (e-procurement) en moedigt de aanbestedende instanties aan om er gebruik van te maken, in het verlengde van de door de Europese richtlijnen opgelegde verplichting om het plaatsen van overheidsopdrachten geleidelijk volledig elektronisch te laten verlopen. Voorts zijn de aanbestedende instanties, ongeacht of ze al dan niet administratieve overheden zijn, voortaan verplicht om in de mededeling de rechtsmiddelen tegen de meegedeelde gemotiveerde beslissingen te vermelden, alsook de termijnen ervan en de bevoegde instanties:
• de aanvangsdatum van de wachttermijn en van de verhaaltermijnen worden op dezelfde wijze vastgesteld, rekening houdend met de (laatste) mededeling van de gemotiveerde beslissing om te waarborgen dat de aanvangsdatum van deze termijnen samenvalt
• elke verzoekende of tussenkomende partij die de nietigverklaring van een akte vordert, kan de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen haar een schadevergoeding tot herstel toe te kennen .Die schadevergoeding wordt toegekend indien de verzoekende of tussenkomende partij een nadeel heeft geleden wegens de onwettigheid van de akte. De benadeelde inschrijvers hebben voortaan de keuze om een schadevergoeding voor de gewone rechter of een schadevergoeding tot herstel voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State te vorderen, zonder dat deze verhaalprocedures cumulatief zijn.”

Voor meer info kan u terecht bij Equator Advocaten:

Steven Van Garsse: steven.vangarsse@eqtr.be
Simon Verhoeven: simon.verhoeven@eqtr.be

* Zie persbericht 3 juni 2016: Sarah Delafortrie, Christophe Springael