Op 17 maart 2017 is in het Belgisch Staatsblad de wet van 16 februari 2017 tot wijziging van de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten (hierna afgekort “Wijzigingswet”) gepubliceerd (de volledige tekst kan u hier downloaden).

Het juridisch kader betreffende rechtsbescherming inzake overheidsopdrachten, namelijk de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten (hierna afgekort “Rechtsbeschermingswet”) [1] dient te worden aangepast naar aanleiding van de algemene hervorming van de overheidsopdrachtenreglementering (namelijk ingevolge de implementatie van de Europese Richtlijnen 2014/23/EU [2], 2014/24/EU [3] en 2014/25/EU [4] en bijgevolg de afschaffing van de huidige Overheidsopdrachtenwet van 15 juni 2006 [5] en de vervanging door de reeds gepubliceerde nieuwe Overheidsopdrachtenwet van 17 juni 2016 [6], alsook door afkondiging de Concessiewet van 17 juni 2016 [7]). Tevens heeft de wetgever van deze hervormingsoefening gebruik gemaakt om het rechtsbeschermingskader inzake overheidsopdrachten aan te passen en af te stemmen met de hervorming van de Raad van State en algemene procedureregels daaromtrent (ingevolge de wet van 20 januari 2014 houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State (hierna afgekort “Hervormingswet Raad van State” [8]).

De belangrijkste  krachtlijnen van de wijzigingen aan het rechtsbeschermingskader inzake overheidsopdrachten ingevolge de Wijzigingswet zijn de volgende:

  • Het toepassingsgebied van de Rechtsbeschermingswet wordt uitgebreid tot concessies voor diensten en voor werken (naar aanleiding van de Concessiewet van 17 juni 2016)
  • Alle aanbestedende instanties (zowel de administratieve overheden in de zin van art. 14 van de Raad van State-wet [9] als de andere instanties) dienen in de mededeling van de beslissing de beroepsmogelijkheden te vermelden (onder verwijzing naar de relevante artikelen) naar analogie van artikel 19, laatste lid Raad van State-wet. Bij gebrek daaraan wordt de verhaaltermijn om een vordering tot nietigverklaring in te dienen verlengd met 4 maanden
  • De datum van de gemotiveerde beslissing dient vermelde te worden in de beslissing zelf
  • De aanbestedende instantie dient de inschrijvers die een regelmatige offerte hebben ingediend op de hoogte te houden betreffende het verloop en de voortgang van de onderhandelingen of de dialoog ingeval van een onderhandelingsprocedure of een concurrentiegerichte dialoog indien de inschrijvers daarom verzoeken
  • Uniformisering van de regels inzake informatie: de mededelingsregels voor de gunningsbeslissing worden toepasselijk gemaakt voor de mededeling van de selectiebeslissing en de beslissing om een opdracht niet te plaatsen
  • De wachttermijn (standstill) en verhaaltermijn nemen voortaan op hetzelfde ogenblik een aanvang, namelijk niet eerder dan dat de (integrale) gemotiveerde beslissing is overgemaakt en de laatste vereiste kennisgeving van de beslissing (ingeval een dubbele kennisgeving vereist is) is gebeurd
  • De bevestiging dat voor de Raad van State een schadevergoeding tot herstel kan worden gevorderd van een aanbestedende instantie die een administratieve overheid, zoals in het algemeen reeds was voorzien naar aanleiding van de wet van 20 januari 2014
  • Verscheidene terminologische aanpassingen naar aanleiding van de Overheidsopdrachtenwet en Concessiewet van 17 juni 2016

De wijzigingen aan de Rechtsbeschermingswet naar aanleiding van de Wijzigingswet zullen, als onderdeel van de algehele hervorming van het overheidscontractenrecht, gezamenlijk met de Overheidsopdrachtenwet en Concessiewet van 17 juni 2016 in werking treden op een nog door de Koning te bepalen datum. [10]

***** Antwerpen/Brussel, 6 april 2017*****

Prof. Dr. Steven Van Garsse                                                         Mr. Simon Verhoeven

Voor meer info omtrent deze bijdrage, alsook voor vragen omtrent de Raad van State en procedures inzake overheidsopdrachten en -contracten kan u terecht bij Equator Advocaten:

Steven Van Garsse:                  steven.vangarsse@eqtr.be

Simon Verhoeven:                     simon.verhoeven@eqtr.be

****

[1] BS 21 juni 2013.

[2] Rl. 2014/23/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van concessieovereenkomsten, Publ. L. 28 maart 2014, afl. 94, 1.

[3] Rl. 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en de intrekking van Richtlijn 2004/18/EG, Publ. L 28 maart 2014, afl. 94, 65.

[4] Rl. 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014, Publ. L. 28 maart 2014, afl. 94, 243.

[5] Wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, BS 15 februari 2007.

[6] Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, BS 14 juli 2016.

[7] Wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten, BS 14 juli 2016.

[8] BS 3 februari 2014.

[9] Gecoördineerde wetten op de Raad van State van 12 januari 1963.

[10] Art. 63 Wijzigingswet.