De Belgische Mededingingsautoriteit (BMA) kondigde in haar lijst van prioriteiten voor 2017 aan belangrijke aandacht te zullen besteden aan de bestrijding van kartelvorming bij overheidsopdrachten. Overheidsopdrachten hebben immers een uitzonderlijk groot economisch belang (ongeveer 50 miljard euro of nog ongeveer 10 à 15% van het BNP) en zijn volgens de BMA uiterst gevoelig voor het ontstaan van kartelafspraken.

Een kartel is algemeen omschreven een overeenkomst of onderling afgestemde feitelijke gedraging tussen twee of meer concurrerende ondernemingen en/of ondernemingsverenigingen – en desgevallend met één of meer andere niet-concurrerende ondernemingen en/of ondernemingsverenigingen – met als doel hun concurrentiegedrag op de markt te coördineren of de relevante parameters van mededinging te beïnvloeden via praktijken zoals onder meer, doch niet uitsluitend, het bepalen of coördineren van aan- of verkoopprijzen of andere contractuele voorwaarden, onder meer met betrekking tot intellectuele-eigendomsrechten, de toewijzing van productie- of verkoopquota, de verdeling van markten en klanten, met inbegrip van onder meer offertevervalsing en mededingingsverstorende maatregelen tegen andere concurrenten.

Hoewel verboden komen kartels niet zelden voor bij overheidsopdrachten onder de vorm van ‘bidrigging’. Zo wordt bij aanbestedingen soms gewerkt met schijnbiedingen door bepaalde firma’s ten voordele van andere deelnemende bedrijven, onderlinge afspraken om niet te bieden, rotatiesystemen waarbij wordt afgesproken wie wanneer welke opdracht mag winnen en afspraken om de markt onderling (bijvoorbeeld geografisch) te verdelen.

Een concrete toepassing is recent te vinden in een beslissing van 2 mei 2017 van het auditoraat van de BMA. Die sanctioneerde middels een schikking een kartel tussen vijf ondernemingen in het kader van een overheidsopdracht georganiseerd door Infrabel en legde boetes op ten bedrage van 1 779 000 euro. In casu was vastgesteld dat ABB NV, Siemens NV, AEG Belgium NV, Schneider Electric Energy Belgium NV en Sécheron SA waren overeengekomen om in het kader van een raamovereenkomst van Infrabel de Requests for Quotations (RFQ) onder elkaar te verdelen. Concreet hadden de bedrijven de ingediende prijsopgaven zo berekend dat de RFQ telkens werd binnengehaald door het bedrijf dat zij eerder hadden aangewezen.

Zowel het Europese als het nationale recht (meerbepaald het Wetboek Economisch recht) tillen bijzonder zwaar aan kartelinbreuken. Zo kan de Belgische Mededingingsautoriteit of de Europese Commissie de betrokken ondernemingen een geldboete opleggen tot 10 % van hun omzet en dit voor elke onderneming betrokken in het kartel. Natuurlijke personen die een inbreuk begaan op artikel IV.1, §4 van het Wetboek Economisch recht kunnen een boete opgelegd krijgen van 100 tot 10.000 euro.

Prof dr Steven Van Garsse, partner Equator Advocaten Brussel-Antwerpen