Handelshuurlening voor ondernemingen wordt uitgebreid

Heel wat ondernemingen, zoals handelaars, horeca-uitbaters en de eventsector, hebben naar aanleiding van de coronamaatregelen hun zaak verplicht moeten sluiten. Heel wat ondernemers komen hierdoor in moeilijkheden. Om hieraan tegemoet te komen, kunnen deze ondernemers terecht bij de Vlaamse overheid om voor de te betalen huur een handelshuurlening aan te vragen.

Dergelijke handelshuurlening vertrekt vanuit een vrijwillige overeenkomst tussen de huurder en de verhuurder en bleek de afgelopen maanden populair te zijn. Reeds 574 ondernemingen dienden een aanvraag in, waarvan er 368 werden goedgekeurd.

Op vraag van ondernemers en op voorstel van Vlaams Minister Hilde Crevits breidt het systeem verder uit en zijn de voorwaarden aangepast en aantrekkelijker gemaakt.

Tot op heden was het mogelijk om voor een periode van maximaal 4 maanden een overeenkomst te sluiten. Deze periode wordt nu uitgebreid tot maximaal 6 maanden.

Wanneer de verhuurder bereid is om een of twee maanden huur kwijt te schelden, past de overheid via een lening 4 maanden bij in de plaats van 2 maanden. Daardoor kan de huurder nu een periode van 6 maanden overbruggen, terwijl dit voordien slechts 4 maanden was.

Daarenboven wordt ook het plafond opgetrokken. Huurders kunnen nu tot 60.000 euro lenen, terwijl dat eerder 35.000 euro was.

Een ondernemer die meerdere panden huurt kan maximaal 150.000 euro lenen.

Ondernemers die reeds een handelshuurlening hebben lopen, kunnen nu uitbreiden tot de maximale vernieuwde voorwaarden. Bovendien is de lening cumuleerbaar met verscheidende vormen van premies van de Vlaamse overheid.

Alleen huurders die reeds een achtergestelde lening hebben lopen, zullen geen beroep meer kunnen doen op de handelshuurlening.

De aangepaste handelshuurlening treedt in werken op 4 januari 2021 en zal ook toegankelijk zijn voor ondernemingen die na 12 maart 2020 werden opgestart.

Fiscale vrijstelling kwijtgescholden handelshuur

Op 19 november 2020 werd tevens een wetsvoorstel ingediend om tegemoet te komen aan de problematiek in het kader van handelshuur.

Het wetsvoorstel beoogt de invoering van een fiscale vrijstelling ten bedrage van de handelshuur die wordt kwijtgescholden ten voordele van huurders-ondernemers die sterk te lijden hebben onder de economische gevolgen van de COVID-19-crisis.

Voor de vrijstelling gelden wel enkele voorwaarden. Deze liggen in de lijn met reeds eerder op federaal en gewestelijk niveau genomen steunmaatregelen (o.m. geen huurder in moeilijkheden, maximum twee maanden huur,…).

Bovenstaande zou vorm krijgen via een nieuw artikel 67octies onder de rubriek B inzake economische vrijstellingen.

Op die manier worden de bruto-beroepsinkomsten aan de zijde van de verhuurder verminderd met het bedrag van de fiscale vrijstelling, zonder dat de aftrek van eventuele beroepskosten zou worden aangepast. Deze blijft immers bestaan.

To be continued…