De zogenaamde Codex-trein (Decreet van 8 december 2017 houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving) bracht een heel aantal belangrijke wijzigingen aan in het Omgevingsvergunningsdecreet. Wellicht een van de meest ophefmakende wijzigingen die de Codex-trein aanbracht was het verplichten van het betrokken publiek om een gemotiveerd standpunt, opmerking of bezwaar in te dienen tijdens het openbaar onderzoek dat naar aanleiding van een omgevingsvergunningsaanvraag wordt georganiseerd. Als zij géén zulk bezwaar indienden tijdens het openbaar onderzoek, konden zij in principe nadien ook géén beroep meer aantekenen tegen de afgeleverde vergunning.

De Raad van State, afdeling Wetgeving adviseerde destijds reeds ongunstig over deze bijkomende ontvankelijkheidsvoorwaarde, aangezien dit het inspraakrecht van burgers zou omvormen tot een inspraakplicht. Dit was volgens de Raad van State een ongeoorloofde inperking op het grondwettelijke recht op toegang tot een rechter.

Het Grondwettelijk Hof heeft nu deze beperking in haar zéér recente arrest van 14 maart 2019 (met nummer 46/2019) vernietigd.

Het Grondwettelijk Hof is van oordeel dat het opleggen van een verplichting tot het indienen van een bezwaar gedurende het openbaar onderzoek, in tegenstelling tot wat de Vlaamse decreetgever voorhield, niet kan worden vergeleken met de reeds voordien bestaande verplichting tot het indienen van een administratief beroep vooraleer men zich tot de Raad voor Vergunningsbetwistingen kan wenden.

De essentie van het openbaar onderzoek bij een vergunningsaanvraag is er volgens het Hof in gelegen dat een mogelijkheid tot inspraak de waarborg is voor de vrijwaring van het recht op een gezond leefmilieu en goede ruimtelijke ordening. Het komt het Grondwettelijk Hof echter voor dat burgers ook nadat een omgevingsvergunning werd verleend nog moeten kunnen beoordelen of de vergunning al dan voor hen negatieve gevolgen heeft, nu gedurende het openbaar onderzoek nog niet alle adviezen beschikbaar zouden zijn en in de uiteindelijke omgevingsvergunning nog rechtsregels of rechtsbeginselen zouden kunnen worden geschonden die negatieve gevolgen zouden kunnen hebben voor (mogelijks) belanghebbende derden.

Het is met andere woorden niet meer noodzakelijk/verplicht dat derde belanghebbenden bezwaar indienen tijdens het openbaar onderzoek opdat zij in de mogelijkheid zouden zijn om nadien beroep aan te tekenen tegen de afgeleverde vergunning.

Voor meer informatie kan u terecht bij Equator Advocaten.